Gezocht: onderdak voor de poezie / Wanted: shelter for poetry
Bij drama speelde hij argeloos
de dichter die begon te drinken
en die zijn leven sleet met het schrijven
van scheldsonnetten, eenzaam op zijn zolder
Bij arbeidstherapie deed hij denken
aan een andere grote dichter
die, voor de moord op zijn hospita,
tevens in een inrichting had gezeten
Bij creatieve therapie liet hij zien zelf
een groot dichter in zich te hebben
door zijn moeilijk omgang met vrouwen
Het probleem was echter
dat hij geen zolder had, laat staan een huis
en zelfs geen gedichten om in te wonen
---
(after Slauerhoff, “I can only live in my poems”)
In drama class, he carelessly played
the poet who took to drink
and spent his life composing
curses in sonnet form, alone in his attic
In occupational therapy,
he brought to mind another great poet
who, for murdering his landlady,
had also spent time in an asylum
In creative therapy,
he revealed the great poet within
through his troubled way
of dealing with women
The problem, however,
was that he had no attic—
no house—
not even a single poem
to live in
